APK-Keuringsbevoegdheid weer teruggegeven aan keurmeester.

APK-Keuringsbevoegdheid weer teruggegeven aan keurmeester.

Wat gebeurde hier? Een APK keurmeester keurde een wat grotere auto met een afwijkende wielbasis, waardoor de achterwielen op de remmentestbank net even uitstaken. Hij kon de remmentest wel uitvoeren en de test was positief.

Toen kwam er een steekproef en daarbij werd aangegeven dat het tegen de regels was om zo te keuren en dat daardoor de keuringsbevoegdheid APK voor – 12 weken – werd ingetrokken.

Er volgde nog een gesprek met de bedrijfsinspecteur van de RDW en ook dat hielp niet. Daarna werd met ons contact opgenomen en er is gelijk bezwaar gemaakt en werden de maatregelen geschorst voor de tijd dat het bezwaar werd behandeld.

Na bespreking werd er door de RDW besloten om het bezwaarschrift gegrond te verklaren en de bestreden beschikking te vernietigen. De keurmeester kon dus weer opgelucht adem halen en aan de slag.

U bent geïnformeerd en gewaarschuwd!

Hein Dudink/Advocaat

Rechter zet streep door sanctie van de RDW tot intrekking van de APK keuringsbevoegdheid

Rechter zet streep door sanctie van de RDW tot intrekking van de APK keuringsbevoegdheid

Dat het mogelijk is om zelfs vaststaand beleid van de RDW in een individuele zaak gewijzigd te kunnen krijgen, dat blijkt uit deze zaak. Wat was er aan de hand?

Een cliënt van ons kantoor, een gerenommeerde garage, voerde al 30 jaar lang APK keuringen uit zonder problemen en tot ieders tevredenheid. Bij een van de laatste steekproeven ging er alleen wat verkeerd. De keurmeester was nog even met een klant bezig en kwam zodoende per ongeluk enkele minuten te laat op de steekproefcontrole. In de regel wordt je dan eenmalig vermanend toegesproken door de controleur en dat is het dan. In dit geval echter niet: de controleur wilde een voorbeeld stellen en maakte een rapport op.

Het gevolg was dat de RDW de zaak moest beoordelen en conform het vastgestelde beleid van de RDW was er sprake van een overtreding die volgens dat vaste beleid tot een intrekking van de APK bevoegdheid voor de duur van 6 weken moest leiden. Dit zou echter een financiële strop voor onze cliënt betekenen. Zes weken lang niet kunnen keuren leidt in zijn geval tot een financiële schade van ruim € 35.000,- met mogelijk veel klantverlies tot gevolg.

Volgens de RDW is dat wellicht vervelend, maar inherent aan oplegging van de sanctie. In de wet is echter bepaald (in artikel 4:84 Awb) dat je als bestuursorgaan bij het opleggen van een sanctie altijd ook de individuele aspecten van een zaak moet beoordelen en moet betrekken bij de vraag wat voor sanctie je oplegt. Ook in het geval van – over het algemeen aanvaard beleid – zul je per geval moeten afwegen of die sanctie en toepassing van dat beleid in het specifieke geval nog wel een evenredige sanctie is.

Met cliënt voerden wij aan dat in dit geval geen sprake meer was van een evenredige sanctie. Gelet op de grootte van de gemaakte fout (een vergissing en geen moedwillige overtreding), de geschiedenis van de garage (30 jaar lang geen fouten) en de evidente nadelige gevolgen ( € 35.000,- schade en mogelijk veel klantenverlies) stonden die omstandigheden niet meer in verhouding met de intrekking van een erkenning voor de duur van 6 weken voor zowel de garage als de betrokken keurmeester. De rechter was het met ons eens en verklaarde het beroep gegrond en paste de sanctie aan naar een kortere intrekkingsduur zodat rekening werd gehouden met de belangen van de garage, maar ook de verkeersveiligheid.

Heeft u als garage een dergelijke sanctie gekregen en bent u het er niet mee eens? Neem dan contact op met ons kantoor en laat uw zaak door ons beoordelen op haalbaarheid. Wij staan u graag bij.

U bent bij deze geïnformeerd!

Robbert Poort, Advocaat